Het einde van het PAS-tijdperk

Het Programma Aanpak Stikstof (hierna: “het PAS”) mag niet meer dienen als basis voor toestemming voor projecten die stikstof uitstoten. Dat heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) op 29 mei 2019 in een tweetal uitspraken (ECLI:NL:RVS:2019:1603 & ECLI:NL:RVS:2019:1604) beslist. Wat is het PAS, en waarom heeft de Afdeling het PAS op dit vlak onverbindend verklaard?

Natura 2000

Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In Natura 2000-gebieden worden diersoorten en hun natuurlijke leefomgeving beschermt om de biodiversiteit in deze gebieden te behouden. Nederland kent 166 Natura 2000-gebieden welke een oppervlakte bekleden van ruim 1,1 miljoen hectaren. Enkele van deze gebieden zijn de Veluwe, de Waddenzee en de Biesbosch. Rondom Amsterdam liggen onder meer het Ilperveld en Het Twiske. Welke gebieden nog meer onder Natura 2000-gebieden vallen, staat in de Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze Europese richtlijnen zijn in nationale wetgeving omgezet via de Wet Natuurbescherming.

In sommige van deze Natura 2000-gebieden is de hoeveelheid stikstof al jaren te hoog. Dit komt onder andere door uitstoot van landbouwbedrijven, industrieën en auto’s. Hoewel stikstof één van de belangrijkste voedingsstoffen is voor planten, een te grote hoeveelheid stikstof is zeer schadelijk waardoor plantensoorten kunnen verdwijnen met als gevolg een terugloop van het aantal dieren in dergelijke gebieden. Daarnaast zorgt een te grote hoeveelheid stikstof voor verzuring van de bodem.

Een sterke natuur is belangrijk voor een gezonde bodem, schoon (drink)water, een natuurlijke weerstand tegen ziekten en plagen, schone lucht, bestuivers van voedselgewassen en dient als een buffer voor klimaatverandering. Het behouden en versterken van deze Natura 2000-gebieden is daarom zeer belangrijk.

Het PAS

In 2015 heeft de overheid het PAS geïntroduceerd en moest ervoor zorgen dat er minder stikstof in de natuur terechtkwam. Het PAS was gericht op het versterken van de bovengenoemde Natura 2000-gebieden en maakte tegelijkertijd economische ontwikkeling mogelijk.

Het PAS bevatte namelijk de basis om toestemming te geven voor projecten die te veel stikstof uitstoten, zoals de uitbreiding van veehouderijen of de aanleg van wegen en woonwijken. Dit was mogelijk door in het PAS een pakket van herstelmaatregelen voor Natura 2000-gebieden vast te stellen. Zo werden voedselrijke gronden afgegraven en in deze gebieden aangebracht en werden voldoende geschikte leefgebieden gecreëerd zodat een terugloop van het aantal dieren uitblijft.

Door deze herstelmaatregelen worden in de toekomst positieve gevolgen in Natura 2000 gebieden verwacht. De verwachte toekomstige ‘winst’ werd beschikbaar gesteld voor projecten waarbij te veel stikstof vrijkwam. Het PAS liep dus altijd vooruit op de verwachte toekomstige positieve gevolgen van maatregelen in Natura 2000-gebieden en gaf hierdoor ‘vooraf’ toestemming voor de realisatie van nieuwe projecten waarbij een te grote hoeveelheid stikstof vrijkwam.

In strijd met Europese natuurwetgeving

De Afdeling twijfelde of het PAS voldeed aan de voorwaarden van de Habitatrichtlijn. In mei 2017 stelde de Afdeling dan ook prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: “Hof van Justitie”). Die oordeelde in november 2018 dat bij het PAS de positieve gevolgen van de maatregelen welke in het programma zijn opgenomen vooraf vast moeten staan wil de overheid een nieuw project toestaan. Omdat het PAS hieraan niet voldoet – deze ziet immers enkel op verwachte toekomstige positieve gevolgen – mag het niet als toestemmingsbasis voor nieuwe projecten worden gebruikt. Daarnaast wordt er in het PAS toestemming gegeven voor projecten op basis van maatregelen in Natura 2000-gebieden die nodig zijn om achteruitgang te voorkomen. Ook dat mag niet. De onderbouwing van het PAS deugt niet, zo was de conclusie van het Hof van Justitie.

De Afdeling zet een streep door de vergunningen welke in de uitspraken van 29 mei 2019 zijn behandeld waarbij gebruik gemaakt is van het PAS. De Afdeling is (kort samengevat) tot het oordeel gekomen dat het PAS niet verenigbaar is het artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Onder andere het verbod op externe saldering bij een natuurvergunning, opgenomen in artikel 5.5 lid 3 Wet Natuurbescherming geldt niet meer.

De Afdeling verklaart het PAS op dit vlak onverbindend met als gevolg dat deze niet meer mag dienen als basis voor toestemming voor projecten die stikstof uitstoten in de omgeving van Natura 2000-gebieden.

Vervolg

De twee uitspraken van de Afdeling hebben geen gevolgen voor reeds definitief verleende vergunningen, deze zijn immers onherroepelijk geworden. Vergunningen voor projecten die nog niet definitief verleend zijn zullen alle afzonderlijk moeten worden beoordeeld. Hierbij moet worden vastgesteld of door het desbetreffende project Natura 2000-gebieden kunnen worden aangetast.

Gevolg hiervan is dat een aantal op het PAS gebaseerde besluiten zijn vernietigd door de Afdeling, waaronder een aantal bestemmingsplannen die de bouw van wegen en woningen mogelijk zou hebben gemaakt.

Heeft u naar aanleiding van dit blog nog vragen, dan kunt u contact op nemen met mr. Frank Wijnveld of drs. mr. Jan Rube op 020-3032489 of per e-mail: info@rubewijnveld.nl